Henk Faanhof, Gerrie Knetemann, Peter Post. Mannen met benen van staal. Stuk voor stuk lefgozers met een gezonde dosis branie. Maar bovenal: Amsterdammers tot in hun diepste vezel. De Amsterdamse helden van weleer zijn vervangen door de toppers van nu. Van Dylan Groenewegen tot Thijs Zonneveld, allen wielergoden die geboren zijn in de Nederlandse hoofdstad of er uit liefde hun thuis hebben gevestigd.
Dylan Groenewegen (LottoNL-Jumbo)
Misschien wel het grootste Nederlandse sprinttalent. Legde in 2015, als eerstejaarsprof, beslag op de Arnhem-Veenendaal Classic en Parijs-Brussel, waarin hij onder meer Tom Boonen klopte. De vinnige Dylan Groenewegen (22) is niet alleen verschrikkelijk snel, hij kan ook het klassieke werk aan, getuige zijn overwinning in de Ronde van Vlaanderen voor beloften (2014). Groenewegen maakte deze maand de overstap van Roompot Oranje Peloton naar LottoNL-Jumbo. Bij die ploeg zal hij samen met zijn landgenoot Moreno Hofland en de Belg Tom Van Asbroeck voor de nodige spurtzeges gaan zorgen.
Jens Mouris (Drapac)
Betrouwbare knecht. Hardrijder die zich zonder morren wegcijfert. Jens Mouris (35) verlaat na 4 jaar Orica-GreenEDGE voor een andere Australische ploeg: Drapac. Werd in 2013 nét geen wereldkampioen: met Orica kwam hij 0,01 (!) seconde te kort om het WK ploegentijdrit te winnen. Omega Pharma – Quick-Step was destijds slechts een zucht rapper. Het moet voor Mouris de grootste teleurstelling uit zijn loopbaan zijn geweest. Een jaar later veroverde hij wederom zilver met Orica, maar nu was het verschil van 32 tellen met winnaar BMC aanzienlijk groter (en verdraaglijker).
Brian Bulgaç (-)
Amsterdammer met Turkse roots. Schikt zich al jaren in een rol als knecht. Reed onder meer voor Lotto-Belisol, Parkhotel Valkenburg en Giant-Shimano. Werd vorig jaar aangetrokken door LottoNL-Jumbo, dat hij na 1 seizoen alweer verliet. Momenteel is Brian Bulgaç (27) in gesprek met een buitenlandse ploeg. Nog deze week (begin februari 2016) zal hij hierover uitsluitsel geven. Lopen de onderhandelingen stuk, is het voorbij met de carrière van de sympathieke Bulgaç. Dat zou, gezien zijn leeftijd, doodzonde zijn.
Barry Markus (Roompot Oranje Peloton)
Bewandelde in vergelijking met Dylan Groenewegen de omgekeerde weg. Barry Markus (24) sprintte in het voorjaar van 2013 naar een podiumplek in de Scheldeprijs. Een nieuw Nederlands toptalent leek zich aan te dienen, maar het liep anders dan gedacht. In 2014 maakte Markus de overstap van Vacansoleil naar Belkin, het huidige LottoNL-Jumbo. Overtuigen kon hij echter niet. Geen overwinning. Wel 2 keer 2e, in zowel Dwars door Drenthe (2015) als Rund um Köln (2014). De spurter doet nu bewust een stap terug. Benieuwd of hij er volgend jaar twee vooruit kan maken.
Jim van den Berg (Parkhotel Valkenburg)
Bekende naam in het continentale circuit. Reed een tijd voor het Koga Cycling Team, voordat hij in 2015 overstapte naar Parkhotel Valkenburg. Sprokkelde de voorbije jaren in diverse clubcompetities podiumplekken bij elkaar. Op profniveau wist Jim van den Berg (30) echter nog geen zege te pakken. Wel behaalde hij ereplaatsen in onder meer Ronde van Overijssel en de Ronde van Midden-Nederland. Op het door Sebastian Langeveld gewonnen Nederlands kampioenschap van 2014 legde Van den Berg beslag op een keurige 11e plek, waarmee hij aantoonde zelfs na 243 kilometer nog een aardig sprintje in de benen te hebben.
Dion Beukeboom (Parkhotel Valkenburg)
Winnaar van een rit in de Ronde van Portugal (2013) en de Ronde van Normandië (2012). Scoorde in oktober 2015 een bronzen EK-medaille op de individuele achtervolging. Dion Beukeboom (27) kende vorig jaar een redelijk succesvol seizoen. Met name de winst in de proloog van de Olympia’s Tour sprak tot de verbeelding. Een andere mooie prestatie was zijn 8e plek op het NK tijdrijden, waarmee hij de beste continentale renner in de uitslag was. Zo was Beukeboom sneller dan onder meer Dylan van Baarle en een handjevol Roompot Oranje Peloton-renners.
Nils van ‘t Hoenderdaal (A.S.C. Olympia)
Jonge en talentvolle baanwielrenner. Lid van de ijzersterke teamsprintploeg waarmee hij, in het gezelschap van Jeffrey Hoogland en Hugo Haak, 3 maanden geleden Europees goud won in het Zwitserse Grenchen. De teamsprint is een Olympisch onderdeel, dus zullen we Nils van ’t Hoenderdaal (22) waarschijnlijk op de Olympische Spelen ten tonele zien verschijnen. Toch zal hij stevig moeten concurreren voor een plekje in de sprintformatie, want op het WK van 2015 werd niet hij, maar Matthijs Büchli in de spurtequipe opgenomen.
Tim Veldt (WTC de Amstel)
Breed geschouderde baanwielrenner. Verzamelde de voorbije jaren een sloot aan nationale medailles. Ook op EK’s en WK’s graaide hij meermaals eremetaal mee. De scratch, de ploegsprint, de achtervolging, het omnium, de kilometer; in elke discipline toonde Tim Veldt (31) zijn spierballen. Een overstap naar de weg is voor Veldt nooit een serieus issue geweest. Het kleine aantal koersen dat hij daar reed, waren vooral wedstrijden in de marge. De baanrenner nam in 2008 en 2012 deel aan de Olympische Spelen. De kans is groot dan hij ook dit jaar van de partij is op het grootste sporttoernooi ter wereld.
Thijs Zonneveld (Parkhotel Valkenburg)
Mag zeker niet ontbreken in dit lijstje. Geboren in het Zuid-Hollandse Leiden, maar momenteel woonachtig in Amsterdam. Thijs Zonneveld (35) fietste tussen 2002 en 2007 voor diverse (buitenlandse) ploegen. Terugdenkend aan die tijd typeert hij zichzelf als een ‘houwtje-touwtje-wielrenner’. In 2007 besloot hij dan ook zijn fiets aan de wilgen te hangen. Dit seizoen maakt hij als coureur van Parkhotel Valkenburg onverwacht zijn comeback. Dat hij het koersen nog lang niet is verleerd, bewees Zonneveld anderhalve maand geleden. Langs de kustlijn in Noordwijk kroonde hij zich tot Nederlands kampioen strandracen. Een dag na dit huzarenstukje schreef Zonneveld met een vette knipoog ‘dat hij zijn moeder zou verkopen om een jaar lang in rood-wit-blauw te rijden’. Zonneveld, boezemvriend van Astana-baas Aleksandr Vinokoerov, staat in Nederland bekend als een vooraanstaand journalist met een fijne pen. Door zelf in het zadel te kruipen, hoopt de auteur van het Algemeen Dagblad zijn verhalen vanuit de buik van het peloton te kunnen schrijven. Een goede zet.
Fotomateriaal: Teams, social media, Wikipedia.