Wij vrouwen zetten kinderen op de wereld. Sommigen onder ons zonder verpinken. Andere met een lichte krijs en goed hoorbare vloek. Het punt is: we doen het. (Of, we zullen het doen…) Toevallig kunnen we dan ook nog eens twee dingen tegelijkertijd. Als dat je er niet van kan overtuigen dat wij vrouwen een sterk geslacht zijn (die discussie over de overtreffende trap laat ik even schieten), dan is er nog Jolien D’hoore. Die onze eer hoog houdt om te blijven fietsen met een ribbreuk. Of twee.
Stop al maar mijne heren. Ik hoor u van ver komen aandraven met een schaterlach die Hong Kong en D’hoore bereikt. Haar verwondingen stellen niets voor in vergelijking met wat sommige mannelijke collega’s doorstonden. Hoogerland en de prikkeldraadhistorie: Tour 2011. Poels en zijn ribben, nier, milt en longen: Tour 2012. De schouder van Hansen en de ribben van Henderson: Tour 2015. De Tour. Die laat je pijngrens overstijgen. Daar waar een mens zijn grenzen opvreet om zich dood te zweten en de vermoeidheid compleet te negeren. Daar waar de wielersport zichzelf op een grote piëdestal zet en iedere prestatie met een gouden pen in de annalen van de wielersport terecht komt. Daar waar zelfs de kleine kampioen onsterfelijk kan worden.
Daar, waar vrouwen het nog niet kennen.
Behalve Parijs. De plek die ze na enkele jaren rondjes draaien wel met hun ogen dicht doorfietsen. De rest is toekomst. Ooit klaar om tot geschiedenis te maken. Die ooit nu al zo vaak aangehaald is, maar nog steeds oneindig ver weg lijkt. Omdat de fundamenten wankel zijn. Omdat het het geraamte aan stevigheid ontbreekt. Omdat de vrouwelijke tak van de sport nog te onderontwikkeld is. Omdat vrouw en fiets steun nodig hebben.
Te veel werk om op te noemen. Daarom prioriteiten eerst. Podiummisters. Kandidaten worden verzocht zich te melden bij De Kopmadammen. Altijd al eens willen oefenen hoe je nu die zo vaak gevraagde bloemen moet geven? Dan zal je toekomstig lief of huidige vrouw je maar wat graag steunen in je initiatief. Geen paniek. Een echte vleeskeuring zal het niet worden, maar een knappe glimlach, een stralend stel ogen en een stevige poep is helaas wel een vereiste. Niet omdat onze Belgisch kampioene en co er graag in zouden knijpen. We gedragen ons als sterk geslacht net iets beter dan de op hol geslagen testosteronbommen die onze mannelijke collega’s zijn. Maar rond de pot draaien doen we evenmin: het vrouwelijk oog ziet niet graag een flodderend kostuum.
De Kopmadammen zijn veel meer van plan dan een selectie aan attente mannen om het randgebeuren te verfraaien. Een actieplan en strategie ligt op tafel. De dames willen macht. In de bestuurscommissie van de Belgische Wielerbond. En waar een dame met initiatief is, komt een weg. Zeker als ze zich groeperen en de sprint op gang trekken. Wij vrouwen zetten samen, en met mannen, onze schouders onder het damespeloton. Met een realistische en georganiseerde bril op de neus bouwen de Kopmadammen aan de toekomst voor vrouw en fiets.
En, aan de toekomst van de wielersport.